News

Bedre helse og livskvalitet

De ene subsidie-aanvraag is nog niet gehonoreerd, of er wordt al weer verder gewerkt aan een nieuwe subsidie-aanvraag. Voor de University of Agder, Department of Public Health, Sport and Nutrition, waar ik ook een aanstelling heb, mag ik als extra opdracht een subsidieaanvraagschrijven voor de Research Counsil of Norway.

 

Supreme Nudge

Ondertussen is het officieel bekend dat de Hartstichting samen met ZONMW drie grote projecten gaat steunen met in totaal 7.5 miljoen. Als Te Velde Research & Consultancy ben ik onderdeel van één van die drie project: Supreme Nudge, geleid door Joline Beulens van VUmc. Hierin zal ik met partners, onder andere van de UvA, Universiteit Utrecht en de COOP supermarken, samenwerken om een op-maat interventie voor bewegen verder te ontwikkelen en te integreren met een interventie gericht op voeding en de supermarkt omgeving. Heel veel zin in!

Hier is de link naar het nieuwsbericht

 

2016 afgesloten, 2017 al lang begonnen!

Ondertussen zitten we al weer ruim in 2017 en lijkt 2016 al weer ver achter ons. De afsluiting van 2016 was even een drukke periode, waarna ik er ook helemaal uit ben geweest.

Herziene druk Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering

Een groot project dat ik in 2016 heb afgesloten is de herdruk van het boek ‘Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering – een planmatige aanpak’. Hierbij heb ik de redacteurs Hans Brug, Lilian Lechner en Patricia van Assema ondersteund in het proces van updaten van alle hoofdstukken. Het was erg leuk  en interessant om het contact te leggen en onderhouden met alle zeer gemotiveerde auteurs. Alle stukken zijn goed op tijd aangeleverd en zo was de vernieuwde druk daadwerkelijk opnieuw gedrukt voor 1 december 2016!

Naast deze activiteiten mocht ik ook onderwijsmaterialen ontwikkelen behorende bij de hoofdstukken om docenten die het boek gebruiken te ondersteunen. Hiervoor heb ik voorbeelden en casussen geschreven en reflectievragen bedacht die tijdens de lessen gebruikt kunnen worden. Deze materialen zijn te downloaden via Van Gorcum. Ik hoop dat de docenten en studenten er tevreden mee zijn!

Ze zijn te vinden op vangorcumstudie.nl

 

Operatietechnieken, wondgenezing en pijn

Daarnaast kan ik terug kijken op een leerzame en leuke data analyse opdracht voor Chirurgen groep Assen. Zelf het één en ander geleerd over chirurgische technieken en hopelijk wat over kunnen brengen zoals het feit dat twee wonden, één aan de linker en één aan de rechterlies, geclusterd zijn binnen de patiënt, en dat daarmee middels multilevel analyse rekening mee gehouden kan worden.

 

Onze verfrissende duik in Kromme Rijn en ziekte van Weil

Gisteren was het erg mooi weer en ben ik met mijn kinderen gaan picknicken en zwemmen in de Kromme Rijn. Eerder deze week verscheen er een verontrustend bericht dat drie mensen de ziekte van Weil hadden opgelopen, zeer waarschijnlijk na het zwemmen in de Kromme Rijn ergens tussen Wijk en Bunnik. Ik was van dit bericht op de hoogte. Mijn inschatting was echter dat deze mensen enorme pech hadden gehad en dat het risico op het krijgen van deze ziekte dit jaar niet noemenswaardig hoger zou zijn dan in andere jaren. Bovendien schatte ik in dat deze lange-afstandstriatleten een behoorlijke tijd in het Kromme Rijnwater hadden gelegen, en wellicht ook in andere plassen, sloten en rivieren. Hierdoor was hun blootstelling aan mogelijke ziekteverwekkers vele malen hoger dan die van mijn jongens die een paar minuten in het water hebben geplonsd. Via social media kreeg ik het nodige goedbedoelde commentaar en daar was mijn schuldgevoel. Interessant hoe dit werkt. Voor mij een mooie illustratie van wat gedragsveranderingstheorieën beschrijven.

Risico’s

De Protectie Motivatie Theorie beschrijft bijvoorbeeld het proces hoe wij dreigingen en bijbehorende respons inschatten. De dreigingsinschatting is afhankelijk van de risicoperceptie en de waargenomen ernst van de ziekte. In dit geval: het risico dat mensen denken te hebben om de ziekte van Weil op te lopen door het zwemmen in de Kromme Rijn én de ernst van de ziekte. De ziekte kan behoorlijk ernstig zijn, dat is duidelijk. Het risico is echter lastig in te schatten. Door de berichten in de media wordt de perceptie van het risico behoorlijk beïnvloed. Echte cijfers die gerelateerd zijn aan blootstelling zijn er niet, of kon ik niet vinden. Op de site van het RIVM is te vinden dat er 0,02 gevallen per per 10.000 inwoners per jaar optreden, waarbij dit niet per se gerelateerd hoeft te zijn aan zwemmen in open water. Mensen die werken met ratten blijken een verhoogd risico te hebben. Het absolute risico is dus best laag, ook al zou het 10x of 100x hoger zijn als je zwemt in de Kromme Rijn, dan is het nog maar 0,002 of 0,02%. Zeker als je dit afzet tegen het risico op overlijden als gevolg van roken (57%). Waarom stopt niet iedereen met roken?

Respons

Dat niet alle rokers stoppen is goed te verklaren. Naast risicoperceptie en waargenomen ernst, spelen ook de ‘waargenomen voordelen’ van de respons en de ‘eigen-effectiviteit’ om de gewenste respons uit te voeren een grote rol. In geval van het oplopen van de ziekte van Weil is de adequate respons om niet in open water te zwemmen. Voor veel mensen zal dit niet al te moeilijk zijn: ze zien niet veel nadelen maar vooral voordelen in het niet zwemmen in open water. Het zal voor veel mensen dan ook niet moeilijk zijn om niet meer in open water te zwemmen: hun eigen-effectiviteit voor het ‘niet zwemmen in open water’ (respons) is hoog. Hiermee is het dus relatief makkelijk om het gewenste gedrag te vertonen en het gezondheidsrisico te mijden.

In het geval van sterfte als gevolg van roken, zullen verstokte rokers weinig voordelen zien in het stoppen met roken, ondanks dat ze weten dat het een effectieve maatregel is. Ze zien bijvoorbeeld vooral nadelen als ‘meer stress’ en gewichtstoename. Vaak is hun zelfvertrouwen of eigen-effectiviteit om te kunnen stoppen niet hoog, wat maakt dat ze niet zullen stoppen met roken en het gezondheidsrisico aanvaarden of negeren.

Kortom, mijn inschatting van de dreiging om de ziekte van Weil op te lopen was laag. Ik zag op deze tropische dag vooral voordelen in een plons in het open water en mijn eigen-effectiviteit om mijn kinderen tegen te houden om in het water te duiken was ook laag. Dit samen zorgde ervoor dat ik mijn kinderen lekker heb laten zwemmen in de Kromme Rijn.

foto A en Y in KR

Natuurlijk hoop ik dat alles goed afloopt met de triatleten die de pech hadden deze ziekteverwekker op te lopen, en dat ze alsnog in Hawaii kunnen starten.

met dank aan Gert Hardeman Teksten voor de feedback op te tekst


Regular family breakfast was associated with children’s overweight and parental education

breakfast-835250_1280

 

Logo_Energy4c

Our recent publication using the rich ENERGY data set reports that schoolchildren who have breakfast as a family, i.e. with at least one parent present, are less likely to be overweight. This association was not found for the other meals. Furthermore, we found that children from  higher educated parents were more likely to have breakfast as a family, while they were less likely to have lunch with at least one parent present.

The study is limited by its cross-sectional design which impairs us from making conclusions regarding causality, but it may indicate that having breakfast as family is important for overweight prevention. We certainly need to find out more about the explanations. Is it the content of the meal, or is the portion size, which both may be regulated by the parent present during the meal?

Please read the full text of the paper lead by Froydis Vik. It is available on the website of Preventive Medicine.

 

Monitoren en evalueren van leefstijlinterventies

Voorpagina handleiding M&E KCSport 2016

Begin dit jaar het ik in opdracht van het Kenniscentrum Sport een handleiding geschreven voor projectleiders van leefstijlinterventies. De handleiding is specifiek gericht op leefstijlinterventies voor kinderen met overgewicht en hun ouders, maar kan breder worden gebruikt.

Monitoren en evalueren is belangrijk om te weten of de vooraf gestelde doelen zijn behaald en om te leren voor de toekomst. Monitoren en evalueren geeft inzicht in wat goed is gegaan en wat minder goed is gegaan, en dus in wat er verbeterd moet worden.

Voor vele professionals in het veld blijkt het vaak lastig te zijn om monitoring en evaluatie goed op te zetten en daarom is deze handleiding geschreven. Als inleiding op deze handleiding is door het Kenniscentrum Sport een kort artikel geschreven dat nu online is en waarmee wordt verwezen naar de handleiding.

We hopen hiermee alle professionals in het veld van dienst te zijn en te motiveren en te ondersteunen in het opzetten van een goed monitorings- en evaluatieplan. Dit is van groot belang voor de behandeling en preventie van overgewicht onder kinderen!

Voor extra ondersteuning kan altijd contact worden gezocht met experts op het terrein van monitoring en evaluatie (zoals aanwezig bij Kenniscentrum Sport en bij Te Velde Research & Consultancy).


call hartstichting

Afgelopen week (9 maart) publiceerde de Hartstichting de call ‘Gezond leven: goed voor het hart’. Deze call van de Hartstichting in samenwerking met ZonMw is zeer relevant voor alle professionals op het terrein van gezondheidsbevordering. Het leuke aan deze call is dat samenwerking wordt gestimuleerd tussen onderzoekers en bedrijven. Natuurlijk kan gelijk gedacht worden aan grote bedrijven die technische applicaties kunnen leveren, maar ook ik kan hierin met mijn onderzoeks- en adviesbureau een waardevolle bijdrage leveren.

Als bewegingswetenschapper en epidemioloog en met mijn ervaring in leefstijlinterventies waarbij tevens gebruik is gemaakt van moderne technologie (Active2gether) kan ik een bijdrage leveren in het ontwerpen van interventies, of het aanpassen van bestaande interventies, om ze beter te laten aansluiten bij de doelgroep. Door optimaal gebruik te maken van wat de moderne technologie te bieden heeft, kunnen interventies zo ontworpen worden dat ze makkelijker te gebruiken zijn en een grote kans geven op blijvende gedragsverandering. Daarnaast biedt gebruik van moderne technologie de mogelijkheid om ondersteuning in gedragsverandering op maat aan te bieden.

Mocht u een consortium aan het samenstellen zijn en nog een partner zoeken, neem dan gerust vrijblijvend contact op met saskia@tevelderesearch.com

 


Results from HBSC report call for much more effort in physical activity promotion among youth

Dia1

Today (March 15) the most recent policy report from the Health Behaviour among School-aged Children Study ‘Growing up unequal: gender and socioeconomic differences in young people’s health and well-being’ has been presented in Brussels.

It shows results regarding health and health behaviours of adolescents across Europe. Focussing on the Dutch adolescents we see that a minority (31%) consumes fruits on a daily basis and that only 15% of the 11-year-old girls meets the physical activity recommendation of one hour moderate-to-vigorous physical activity per day. This is even lower among 15-year-old girls, of whom only 12% meets the recommendation. Boys seem slightly more active, but only 22% of the Dutch 15-year-old boys meets the recommendation. Equally worrisome is the fact that 60% of the 11-year-olds exceeds the screen time recommendation of 2 hours a day and that this is even 75% of the Dutch 15-year-olds.

This report calls for more money and effort for physical activity promotion among youth. There are many good initiatives in The Netherlands and abroad, however, many of those initiatives are not grounded in behaviour change theory nor based on scientific evidence and very often these initiatives are not properly evaluated. This is really unfortunate as a good evaluation gives the opportunity to further improve the program and to support a potential wider implementation.

I am really eager to contribute to a more evidence and theory-based development of physical activity promotion programs and to support or assist in the evaluation of such programs. Please contact meif you are interested in a collaboration: saskia[at]tevelderesearch.com